De Maori komen oorspronkelijk uit Nieuw Zeeland en hadden traditioneel gezichtstattoo’s (moko) en speciale beentattoo’s. In deze tattoo-stijl, die veel overeenkomsten vertoont met de houtsnijwerken van de Maori, komen spiralen veelvuldig voor. Onder invloed van de missionarissen verdwenen rond 1900 de traditionele Maori-tattoo’s. Ook werd er in die tijd op de Maori gejaagd om hun (getatoeëerde) hoofd als trofee te bemachtigen. De gezichtstatoeages van de Maori werden individueel ontworpen en daarom nooit van elkaar nagemaakt. Volgens de overlevering werden de Maori getatoeëerd zodat ze na hun dood door hun inmiddels overleden vrienden en familieleden herkend konden worden in het hiernamaals. Het verhaal ging dat het licht na je dood door je heen schijnt, maar dat je tatoeages laten zien wie je bent. Sinds 1980-1990 zie je in Nieuw Zeeland een opleving van het tattoo-fenomeen onder de Maori. Voor de Maori staat een tatoeage voor innerlijke kracht en de beheersing hiervan (mana).